Alfabetisch Bijbels [ingekort] register van de letter S
Sabbat – de dag, waarop men niet werkt, maar
wel goede werken mag doen zonder eigen belang; in Jezus tijd verweet men Hem,
dat Hij koren plukte – al wandelend – door de velden; Jezus zei echter: ‘de
sabbat is gemaakt om de mens en niet de mens om de sabbat; ‘Toen de ochtend
aanbrak was Jezus met de twaalf alweer op de been en zei tegen Petrus: 'Wat
vind je, aangezien het vandaag de dag vóór de sabbat is, waar de oude Joden die
hier in deze plaats wonen groot belang aan hechten, - moet Ik vandaag werken
tot heil van de mensen of zullen wij deze dag het werk laten rusten?' Petrus
zegt: 'Heer, hoe kan ik als zwak, zondig mens U hierin raad geven? Want U
alleen weet het beste wat juist is! Maar de zon is nog niet opgegaan en U kunt
met Uw wil nu alles verrichten, voordat de zon deze plaats zal verlichten. Om
de oude Joden niet te ergeren kunnen wij vervolgens deze voorsabbat houden tot
de zon helemaal is ondergegaan. Deze dag verbiedt echter niet om te spreken en
onderwijzen, alhoewel de Joden veel waarde aan deze dag hechten omdat zij
geloven dat het de geboortedag van Mozes is.’ Jezus zegt: 'Dat is nou juist
waarom Ik nu met jullie praat en Ik vraag dan ook aan jullie of jullie zelf
enig belang hechten aan de dag van Mozes?' Petrus zegt: 'Heer, wij hechten
belang aan de leer van Mozes, maar niet aan zijn dag; het is immers toch niet
bewezen of het wel de dag van de grote profeet is!’ Jezus zegt: 'Weliswaar
is deze dag wel die van de profeet, maar dat moet ons niet in het minst
verhinderen om vandaag zoveel mogelijk bezig te zijn, om die oude
droomuitleggers uit hun waan te wekken en om hun dwaasheden duidelijk te maken.
Petrus vraagt dan: 'Hoe zal het gaan met het opwekken van de vele dode kinderen
en andere mensen? Want als die niet opgewekt worden, zullen de Essenen toch nog
in hun oude nood verkeren; maar als ze opgewekt worden, waartoe U natuurlijk in
staat bent, dan zullen er weldra nog meer mensen met hun doden hierheen komen
en deze Essenen, die nu bekeerd zijn, dwingen hun doden weer op te wekken. Hoe
zal dat nu voorkomen kunnen worden?' Jezus zegt nu: 'Ook daar zal voor gezorgd
worden. Jullie hoeven je daar geen van allen bezorgd om te maken of te
bekommeren! Maar het is goed dat deze plaats zo afgezonderd ligt van andere
plaatsen. Daarom kan hier ook veel gedaan worden waarvoor andere plaatsen in
deze tijd niet geschikt geweest zouden zijn en daarom zal ook dat, maar voor de
laatste keer, met de doden gedaan kunnen worden. Hoe en op welke manier, dat
weet Ik wel en jullie hoeven je daar dan ook niet druk om te maken!' –
(GJE8-197)
Sabbatjaar – Een
sabbatjaar was volgens de wet van Mozes elk zevende jaar en na 7 x 7 jaar het
50e jaar een jubeljaar; in het sabbatjaar mochten de akkers niet
bebouwd worden, en dat wat er zo vanzelf opgroeide, was voor de armen bestemd;
de rijken moesten maar zorgen voor voorraad; in dat jaar moest ook alle schuld
worden kwijtgescholden, behalve aan buitenlanders; Hebreeuwse slaven werden
vrijgelaten;
Sabbatsreis – dit was
een kilometer – de schriftgeleerden beweerden, dat men op een sabbat niet meer
dan 1 km. mocht afleggen;
Saffira – vrouw van
Ananias, die met hem sterft wegens hun bedrog;
Sadduceeën – dezen
geloofden alleen wat in de wet van Mozes stond; ze geloofden niet in Jezus en
evenmin in een leven na de dood; deze kwamen meestal voort uit voorname
priesterfamilies – ze moesten ook niets van de Farizeeërs hebben, maar toen
Jezus moest veroordeeld worden, spanden zij zich met de Farizeeërs samen;
Sadrach – de jood
Hananja werd Sadrach genoemd toen hij in Babel woonde – hij was daar in het
jaar 586 v. Chr. met vele anderen van zijn volk daar naar toe gevoerd door de
overheersers, want de koning van Babel
wilde knappe mannen om zich heen hebben. Om er zo gezond mogelijk uit te zien
moesten Sadrach en zijn vrienden Mesach en Abednego veel en lekker eten; ze
weigerden dat heidense eten maar zagen er toch veel beter uit dan de rest en
waren ook veel verstandiger – Daniël 3;
Salim of Enon - Kijk, op
z'n allerminst zou ik (NICODEMUS) voor deze onderneming drie volle dagen
nodig hebben en dat zou dan voor mijn werk net zoveel achterstand opleveren als
drie jaar bij iemand anders. [OPM. DUS DE AFSTAND VAN JERUZALEM NAAR ENON.
GJE1-22 [5] – onbekend is of dit zou gelegen hebben bij Skythopolis;
Salem –
betekent heel, gaaf – Genesis 14:18; en Gen. 33:18 - citaat Hebr. 7:1,2 – plaats waar Melchizedek
koning is [in Jeruzalem] – Psalm 76:3;
Salomé – de reis Egypte van Jozef en Maria - Salome zegt tegen Jozef, die zich opmaakt voor de reis naar
Egypte: ‚luister, jij zoon van de grote koning David! Niet slechts voor mij,
maar voor je hele gezin zou mijn vermogen gedurende honderd jaar toereikend
zijn! Jozef: ‚je bent een jonge weduwe en moeder, je moet dus ook je beide zonen
meenemen, maar ik heb geen minuut te verliezen vanwege de spoedige komst van
Herodes hier. Pacht daarom mijn grond voor drie tot zeven of tien jaar, opdat
die niet in vreemde handen valt. Dat beviel haar. Cornelius vroeg zich af, of
hij ooit hen weer te zien krijgt. Jozef: ‚er zullen nauwelijks drie jaren
verstrijken, voordat ik en het Kind en Zijn moeder je opnieuw begroeten!’
(bron: jeugd van Jezus, hfdst.34)
Salome – Marcus 15:40 en 16:1 – een vrouw die Jezus volgde. Zij
zou de moeder kunnen zijn van de zonen van Zebedeus [Matth. 20:20 en 27:56];
Salomo - Toen Salomo de tempel bouwde en er gedurende een maand geen dagloner mee
wilde werken aan de bouw, smeekte hij God om arbeiders en er kwamen direct een
groot aantal jonge mannen en boden de koning aan om voor hem te werken, en
Salomo nam hen aan en werkte gedurende een maand met hen, zoals de overlevering
zegt. bron: GJE1-131 – Hij schreef in 984 v. Chr. het Hooglied en schreef ook Hosea.
Salomo schreef het op zoals het hem door de geest werd gedicteerd maar zelf
begreep hij er eigenlijk ook niet veel meer van dan jij nu. Want hij had wel de
gave om wijs te spreken, maar hij had niet tevens de gave om het te begrijpen.
Ook voor hem was veelonbegrijpelijk, want wat hij schreef waren woorden voor
deze tijd, gevat in passende beelden. GJE3-19 – Salomo had veel vrouwen, 4000
paarden, 1400 wagen, 12.000 ruiters – hij was de zoon van David en Bathseba –
hij bouwde een tempel waaraan 7 jaar en een paleis waaraan 13 jaar gewerkt
werd. Dat kostte veel geld en in ruil voor steden kreeg hij van koning Hiram
geld. Koningin van Scheba kwam speciaal naar hem toe [ze reist hiervoor 1900
km] – Salomo is de schrijver van Spreuken, Prediker en Hooglied. Over hem lezen
we in het boek Koningen.
Samaria - betekent ‘waker’-
Semer verkoopt aan koning Omri een berg [terrein]; deze bouwt er een stad op en
noemt deze stad Samaria; het wordt de hoofdstad van het Israël van de tien
stammen; Samaria werd in de 9e eeuw v. Chr. gebouwd en lag 9 km. van
Sichem.
Samenkomsten, geen loze - Mijn geest kan sterker door jullie werken als twee of
drie van jullie ergens in Mijn naam samen zijn en zo onderrichten en werkzaam
zijn. bron: GJE1-141
Samgar – een Richter die 600 Filestijnen versloeg met een ossenstok – Richteren
3:31;
Samuel – of Semuël betekent ‘van
God gebeden’- of ‘zijn naam is God’.
zoon van Elkana en Hanna – nog zeer jong wordt hij toevertrouwd aan de priester
Eli – Psalm 99:6 noemt hem samen met Mozes en Aaron; Toen Samuel eens in
Bethlehem kwam, vroeg men hem angstig: ‘is uw komst met vrede?’Toen hij stierf
rouwde heel Israel.
Sanballat – de Perzische stadhouder voelde er niets voor dat Nehemia de verwoeste
muren van Jeruzalem ging herbouwen. Hij vreesde dat de joden weer teveel macht
zouden krijgen. Op allerlei manieren probeerde hij de voortgang van Nehemia’s
plannen te verhinderen, doch deze had hem door en gaf de arbeiders behalve
bouwmateriaal ook een zwaard.
Sanhedrin – dit wordt beschreven in Lukas 10:1-16;
het Sanhedrin bestond uit 3 groepen: 23 Farizeeën die de tempeldienst
uitmaakten, de gemeenteraad, de 23 ouderlingen en de 23 Sadduceeën, die de
rechtspraak hadden [69] plus de hogepriester, dat samen 70 geeft. In de
voorruimte van de gehoorzaal vergaderde het Sanhedrin; Johannes kwam er wel
door omdat hij een dienaar hiervan kende, maar het was zo druk, dat Petrus er
niet door kon. Toen Johannes met deze dienaar sprak kon Petrus alsnog naar
binnen. Petrus en Johannes waren vermomd binnengekomen. – de naam Sanhedrin is
ontstaan uit het Griekse synhedrion = raadsvergadering en in Matth. 5:22
vertaalt met ‘Hoge Raad’. – ook wel
grote raad of gerechtshof; de Sanhedrin was het hoogste joodse gerechtshof –
het vergaderde in het tempelgebied van Jeruzalem. In de tijd van Jezus was
Kajafas hogepriester en waren Jozef van Arimathea en Nicodemus leden hiervan;
Sara = vorstin – de negentigjarige Sarai in Sara – vrouw van
Abraham en tevens zijn halfzuster – omdat zij zelf geen kinderen krijgt, geeft
zij haar slavin Hagar als bijvrouw aan Abraham, om via haar kinderen te
krijgen. Later wordt Sara zelf een zoon beloofd – Jesaja 51:2 noemt Sara samen
met Abraham als stamouders van Israel. Paulus gebruikt haar verhaal als
voorbeeld in Romeinen 4:19, 9:9, Gal. 4:22 – Verder Hebr. 11:11 en 1 Petr. 3:6;
Satan [Satanas] – Hebreeuws: tegenstander; Sara werd 127 jaar
en werd begraven in de spelonk van Machpela bij Hebron. Gen. 11.
Satan en materie
- Nu richtte Jezus zich vriendelijk tot Petrus
en zei: ‘Ik heb je niet in het minst gekleineerd door je scherpe bewoordingen
het menselijke van je te laten zien. Alle menselijke behoeftes is om puur
aardse reden. Het schijnbare leven van de materie is slechts een drogleven en
de waarde ervan is zoveel als niets. Als de mens zijn geluk zoekt in de
materie vertegenwoordigt hij het schijnleven en bevindt zich in het gericht.
De satan en de hel zijn daarvan het toonbeeld. Wil je vrij worden van
satan, dan moet je het kruis, zoals Ik dat in de geest draag, op je schouders
nemen en Mij navolgen.’ (Mattheüs 16:24)
Hierna volgen Bijbelse teksten van Mattheüs 16:25,26,27 en 28). Als je het
materiele wilt behouden, dan zul je het verliezen (en daarnaast zelfs ook het
geestelijke). Wat heb je aan veel aardse rijkdom, als je ziel
daarbij schade ondervindt. De Heer zegt, dat Hij eens zal terugkomen als
Mensenzoon. Ook dan zal Hij helpen – net als in de tijd van de discipelen –
toen Hij tweeduizend jaar geleden op aarde wandelde. Echter met het verschil,
dat Hij de mensen zal vergelden naar de mate van hun eigen werken. De
levende dode zal in het hiernamaals dan in het gericht blijven; hij zal zijn eigen rechter zijn. Maar zij, die
leven volgens Zijn woorden en werken, zullen de dood niet zien en proeven. Jezus
wijst nog op de zorg van de ouders voor hun kinderen. Deze zorg mag geen
wereldse zorg zijn, maar zij dienen hun kinderen geestelijk zielenvoedsel te
geven en mogen dit niet verzuimen. De wereld behoort immers toe aan de
satan en dus aan het gericht. (GJE5-171)
Satanswater - Er wordt wel verteld, dat ongeveer dertig jaar geleden
een paar mensen [Jozef en Maria] uit Galilea na het genot van het satanswater
[door de tempel] niet gestorven zouden zijn. [opmerking: dat is nu dus 2045
jaar geleden] - bron: GJE2-237
Saul – de Hebreeuwse uitspraak is: sja-oel en betekent ‘afgebeden [van God]’- zoon
van Kis; wordt tot koning gezalfd door Samuel – 1 Sam. 10:1; Saul was de 3e
koning in de joodse geschiedenis – daarvoor was eerst Melchizedek van Salim
[Jeruzalem koning – vervolgens Jozef onderkoning in Egypte] – Saul was groter
en knapper dan alle mensen om hem heen – toen Samuel hem tot koning zalfde
juichte het volk zo, dat de grond ervan scheurde – Later werd Saul jaloers en
achterdochtig; daardoor kregen hij en zijn vriend David ruzie;
Schaapspoort Jeruzalem – door deze poort in de muur van Jeruzalem [aan de
noordkant] kwamen de dieren binnen die geofferd moesten worden. Vlak bij deze
poort was ook het badwater van Bethesda;
Schamen, zich niet voor God – De Heer zei:
"Wie zich in de wereld schaamt om Mij openlijk boven alles lief te hebben,
daarvoor schaam Ik Mij ook om hem ten aanschouwe van alle hemelen lief te
hebben en hem op de jongste dag tot het eeuwige leven op te wekken!"
GJE2-41[9] - 'Laat ze maar gaan, de blinde dwazen! Ze schamen zich voor de
mensen; maar voor God, die de geheimste gedachten altijd doorziet en
onderzoekt, schamen ze zich niet! - Ik zeg jullie: Dat schaamtegevoel ten
opzichte van de wereld stelt niets voor! Hoelang zal dat dan nog duren op deze
wereld?! Weldra zullen ze dat lichaam moeten missen, waarvan het vlees hen
zoveel zoete uren geschonken heeft! Dan zullen ze naakt in de andere wereld
belanden, en daar zal men hen tot in alle finesses van de daken luid
verkondigen wat ze op deze wereld, hoe heimelijk ook, gedaan hebben! Een echte
en blijvende schande zal hen daar zeker ten deel vallen, en die zullen ze ginds
niet zo gemakkelijk kwijtraken als hier! GJE1-86 [7]
Schapen - Schapen
hebben een zeer beperkt intelligentie, zoals ossen die ook beperkt hebben. (GJE 1-16)
Schatten verzamelen -Grote schatten verzamelen van deze wereld vormt de
grootste bedreiging voor het eeuwige leven van de mensen! Wat baat het echter
de mens, als hij de schatten van de gehele wereld zou hebben en dit ten koste
ging van zijn ziel? Voor hij er erg in heeft zal men zijn ziel wegnemen en in
grote duisternis werpen, waar eeuwig gejammer en tandenknarsen heerst! Wat zal
hij dan aan al zijn schatten hebben!? Laat ieder van jullie daarom geestelijke
schatten verzamelen, die niet door de roest en de motten vernietigd kunnen
worden, dan zullen jullie in eeuwigheid alles in overvloed hebben! Hij, die
alleen de eeuwige schatten van de hemel bij zich draagt, zich gemakkelijk boven
alle helse stormen en golven van het wereldgebeuren verheft en zonder schade te
lijden daarover kan wandelen en uiteindelijk toch meester is en blijft van alle
moeiten der wereld. Als hij zijn levensschip echter belast met de schatten der
wereld en de storm hem achterhaalt op de golven van zijn geldzorgen, dan zullen
schip en schipper beiden onder gaan! bron: GJE2-102
Schelfzee – rietzee [suf] – rode zee – legerplaats op de uittocht;
nadat het water van deze zee uiteengeweken was, konden de Israelieten er veilig
doortrekken; hun achtervolgers – de Egyptenaren – kwamen echter om in de golven
– Exod. 14;
Schepen van de oud-Romein Marcus – De Heer zei tegen Zijn
leerlingen: "Laten we dan gaan en ons inschepen op de kleine schepen, die elk, zonder gevaar, makkelijk twaalf personen
kunnen vervoeren!" - iedereen stond toen op en volgde Mij”. GJE2-186
[13] [Opm. 2000 jaar geleden kon het
schip van Petrus wel gemakkelijk 100 mensen vervoeren – het schip dat dus
gevonden was in [Migdal] Magdala is dus geen vergelijk daarmee!] - Militaire
Carthaagse schepen konden 2000 jaar geleden wel 1000 personen transporteren.
Dit was in de tijd van vicekeizer Cyrenius in Jezus’ tijd; Arbeiders hebben in
de westoever bij het bouwen van een kanaal in Kapernaum een schip gevonden, in
goede geconserveerde staat van 3 meter breed en 8 meter lang. Vooral opvallend
was het specifieke verhaal, dat aan de evangelist Markus herinnert over de
zeestorm, dat Jezus in het voorruim was en op een hoofdkussen sliep.
Schip van Petrus? - Arbeiders hebben in de westoever
bij het bouwen van een kanaal in Kapernaum een schip gevonden, in goede
geconserveerde staat van 3 meter breed en 8 meter lang. Vooral opvallend was
het specifieke deel dat aan de evangelist Markus herinnert over de zeestorm,
dat Jezus in het vooronder van het schip was en op een hoofdkussen sliep. Er
zij echter vermeld dat destijds de schepen enorm groot waren en dat daarin
honderden mensen vervoerd konden worden. Elk schip dat gevonden wordt herinnerd
aan 2000 jaar geleden. Het gevondene schip kan mogelijk van een zeer eenvoudige
visser zijn geweest.
Schepping –
Zondvloed - Noach leefde nog 500 jaar en hij gewon Jafet. Toen Noach
502 werd, gewon hij Sem. Noach werd dus 602, dat twee jaar na de zondvloed was.
Hoe lang Nahor leefde, is niet bekend. [Gen.11:24]
Enos 0105-0090
Kenan 0090-0090
Mehalaleel 0070-0070
Jered 0065-0065
Henoch 0162-0162
Methusalem 0065-0065
Lamech 0182-0182
Noach 0182-0182
Zondvloed 0600-0500
--------------------------------------------
1656
Schepsel
van God - Maar ieder
geschapen mens heeft een levende ziel, die ook een geest is en de nodige
bekwaamheid heeft om goed en echt en kwaad en onecht te onderscheiden en ook om
zich het goede en echte eigen te maken en het kwade en 'onechte uit zich te
bannen; maar de ziel is desondanks geen ongeschapen, maar een geschapen geest
en kan daarom op zichzelf nooit het kindschap van God verkrijgen. GJE1-162 [4]
De engel
zegt: 'Omdat het er om gaat, een geheel nieuw schepsel te worden en wel
uit en in God. Als je eenmaal uit God een geheel nieuw schepsel en kind van God
bent geworden, dan krijg je alles weer terug! In de talloze andere werelden
wordt je in en uitwendig gevormd tot wat je moet zijn; maar hier laat
God de uiterlijke vormgeving over aan de ziel, die haar lichaam zelf vormt
volgens de ordening waarin zij geschapen is; maar iedere geest, die in de ziel
geplaatst is, moet speciaal de ziel eerst vormen door het opvolgen van de hem
uitwendig gegeven wetten. Als de ziel daardoor de juiste rijpheid en vorming
heeft bereikt, dan worden geest en ziel een eenheid, en dan is de gehele mens
compleet, een nieuw schepsel, van oorsprong altijd uit God, omdat de geest
in de mens niets anders is dan een kleinste weergave van God omdat
deze volledig uit het hart van God komt. Maar de mens bereikt dit niet door de
daad van God, maar door zijn eigen persoonlijk handelen, en is juist daardoor
een echt kind van God! En ik zeg je nog een keer heel kort: Op alle
andere hemellichamen vormen de mensen zich niet zelf, maar worden ze door God,
of wat hetzelfde is, door Zijn kinderen gevormd. Hier moeten de mensen zich
echter geheel zelf vormen volgens de geopenbaarde ordening, anders
kunnen ze onmogelijk kinderen van God worden! En zo is een voltooid mens op
deze aarde als een kind van God in alles aan God gelijk; maar een niet voltooid
mens is daarentegen veel minder dan het dier!’ GJE1-214 [9-11]
Scholen in het hiernamaals - Komen hun
zielen in het hiernamaals soms ook in die zonneschool?" IK zeg: "Dat
toch wel niet, Mijn allerliefste Jarah, want zij behoren niet tot een onrijp,
maar tot een helemaal rijp volk. En de zielen van een rijp volk komen, als zij
eens in alle slechtheid zijn gestorven, door hun eigen wil in de diepte der
aarde. Want omdat zij pure materie zijn geworden, is dat hun element, en zij
willen en kunnen daarvan niet scheiden. Wel zal er alles, ja zelfs het uiterste
aan gedaan worden. Alle kwellingen en smarten worden op hen losgelaten om hen
los te maken van de materie. En als er een van de materie los komt, dan komt ze
in de scholen die op het geestelijke deel van deze aarde bestaan. Pas
daarvandaan gaat ze dan verder naar de maan. Als ze daar iedere graad der zelfverloochening
heeft doorgemaakt en daarin sterk is geworden, wordt ze naar een volmaaktere
planeet verheven en daar in de ware wijsheid onderwezen. Wanneer dan zo'n ziel
in het ware licht is opgenomen, wekt dat licht, als het sterker en sterker
wordt, de warmte van het geestelijke leven op, en de ziel begint zich zodanig
met haar geest te verenigen, dat langzaam maar zeker haar gehele leven liefde
wordt. Als die liefde dan sterk en krachtig genoeg is geworden en is overgegaan
in de echte innerlijke levensvlam, dan wordt het in de ziel van binnenuit licht
en stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in de toestand waarin ze
opgenomen kan worden in de vrije wereld van de gelukzalige geesten, waar zij
dan als een kind weer verder opgevoed wordt. Maar totdat een op aarde
stoffelijk geworden ziel zover is, kunnen in het gunstigste geval toch altijd
wel verscheidene honderden jaren verstrijken. De
verbeteringsinrichtingen zullen zo omvangrijk zijn dat ze van hier tot in het
hiernamaals zullen worden uitgebreid! Jarah zag op een ster - door Jezus
genoemd een kleine school- en trainingshuis in zelfverloochening en
zelfbeheersing. Al die schoolhutten staan onder leiding van een engel (Rafael)
- GJE2-140 [4-7] en GJE2-133,138,139
Schoonzoon van Cornelius, broer van Cyrenius en keizer Augustus - Kisjonah had
een dochter en die huwde met Cornelius en dus een schoonzoon van Cornelius. bron: GJE2-56
Schreeuwen werkt
niet helend - Ik vind dan ook, dat in de toekomst, alle hemelse
geesten, al zijn zij nog zo volmaakt, zich in moeten spannen om minstens zo te
spreken als de Heer en Schepper van alle geesten, zonnen, werelden en mensen
spreekt! Ook bij de ernstigste zaken blijft het woord van de Heer zo zacht klinken
al de zachte wol van een lam, en Zijn woorden stromen als melk en honingzeem.
Daarom zou iedere leraar en herder zich naar Hem moeten richten, want in een
zachte spreektoon ligt naar mijn mening toch steeds de grootste kracht! Wie
schreeuwt en heftig praat, krenkt vaak datgene wat hij eigenlijk wilde genezen.
Let eens op het steeds vriendelijke gezicht van de Heer tegenover vriend en
vijand, en wie zal zich erover verwonderen dat zieken gezond worden als Hij
slechts naar hen kijkt?! Zo, lieve Rafael, moet jij ook in woord en daad ten
opzichte van mij en iedereen zijn, dan zal ieder van jouw stappen op deze Aarde
zegen verspreiden!" GJE2-166 [2]
Schrift rond 900 ná Adam - Negen honderd jaar na Adam was er al het Schrift, dat
over de Schepping van de wereld ging, dat de Heer aan de Adamieten gaf. Dit
schrift is door de stormen des tijds verloren gegaan en het ligt nu in alle
rust ergens verborgen in de aarde van Japan. Dit zal echter in de naaste
toekomst weer als zichtbare getuigenis van het verleden boven water komen.
Scytopolis – ruïnes bij -
Sebanja – betekent: ‘machtig is Jaweh’. Een priester die de ark
helpt overbrengen – zie 1 Kron. 15:4
Sebat – Schebat – Zach 1:7; nieuwe maan januari-februari; van het
joodse jaar de elfde maand;
Sedekia – ook wel Zedekia – betekent ‘mijn gerechtigheid; derde
zoon van koning Josia van Juda en Chamutal; broer van Joachaz; oom van Jojakin
die hij – op bevel van Nebukadnezar van Babel – opvolgt als koning – 2 Kron.
36:10 – en hij deed wat kwaad was in de ogen des Heren – hij is de laatste
koning van Juda – hij stond voortdurend in contact met Jeremia [Jer. 21:1-7,
27:12, 37:3,7, 38:14-27] – die hem zegt] te buigen voor Babels koning en geen
hulp te verwachten van Egypte. Maar Zedekia durft niet te luisteren en laat Jeremia
gevangen zetten, maar spaart zijn leven; Het leven van Sedekia eindigt
ellendig; blindgemaakt in de gevangenis; 2 Kon. 25:2,7, Jer.39:2, 4-7, 52:3-11;
zijn gewone naam was Mattania [2 Kon. 24:17] en Sedekia zijn koningsnaam;
Sefanja – Zefanja – betekent ‘Jaweh geeft verlenging’- Psalm 31:21 – hij
weigert maatregelen te nemen tegen Jeremia – maar wordt later gevangengenomen
bij de val van Jeruzalem en gedood;
Sefar = Sephar; plaats, streek of berg in zuid-Arabië – Obadja
20 beschrijft Sephar als stad met joodse bannelingen; volgens sommigen Sardes;
volgens anderen een plaats in Spanje – De Sefardische joden tegen de Azkenazim
= Sefardim – maar Sephar betekent gewoon ‘cijfer’ en vandaar ook cijferjoden,
die zijn gevlucht van Israel naar vele landen in Europa, o.a. Spanje [waar de
Sinterklaasanekdote werd bedacht, naar Nederland met de diverse kinderfeesten.
Seltmann - Kritische belichting van de Max Seltmans werken - Seltmann
(vroeger een spoorwegbeambte in Sachsen) schrijft op basis van visioenen en
dromen gemakkelijke leesbare kostelijke scènes over Jezus. In heft 3 en 4 bij
43 heeft hij het over een naaktscène. (de vrouw als verleidster) Hoe beschamend
en verloederende tekst! Volgens de Bijbel hebben Johannes de Doper en Jezus
elkaar nooit gekend. Maar Seltman beschrijft in heft 21, dat zij in hun jeugd
elkaar wel gekend hebben. Zijn vriend Georg Riehle heeft zich destijds
voorgedaan als Michael, dat is Johannes de Doper, die nog een keer terugkomen
zal. In de Duitse vertaling: ‚Johannes der Täufer war dazu berufen von Mir der
Menschen wegen den Weg zu bahnen, das war eine gewisses Muss, hinter dem jedoch
eine ewige Freiheit verborgen liegt, aber dass er Mir nicht hätte folgen
dürfen, als er Mich sah und erkannte, da war kein Sollst und noch weniger ein Muss.
GJE1-145-8, 1-122-6, 2-84-5 und Robert Blum-11-39-7. Over Johannes de
evangelist schrijven Seltmann en Riehle jammer genoeg onjuiste dingen. Johannes
heeft als enige apostel het langst geleefd zonder te sterven aan een marteldood
– 35-9, 358-11, Him2-8-19 en GJE4-88-12. - Er is sprake van een tarten der
satan bij de mediamieke Seltmann. Er is ook maar 1/3 van zijn geschriften in de
pers gekomen. Aanvankelijk leek mij deze boekjes als ‘kostelijke scènes’ een
waardevolle aanvulling op de Jacob Lorber-literatuur, maar bij nader inzien heb
ik deze boekjes toch maar weggedaan.
Schuldgevoelens -
Je moet de Heer met al je vermogens liefhebben en niet steeds aan je zonden
denken! Dan zul je de Heer beslist beter bevallen, dan door steeds maar jezelf
te beklagen! JVJ 172-13
Seba, vissersdorp
aan het meer van Galilea - In het dorpje Seba, een vissersdorp aan de Galilese
zee, zetten de vele bewoners en ook diegenen die Mij uit andere dorpjes
daarheen gevolgd waren, grote ogen op over Johannes de doper en zeiden: 'Hoe is
het mogelijk dat hij een zonde beging? Want dat hij U, o Heer, nadat hij U toch
herkend had, niet gevolgd is, dat was dan toch een hoofdzonde waarvoor hij nu
moet boeten!? Heer plegen wij onrecht, als wij zo oordelen?' GEJ1-140 [7] -
[Opmerking. dit moet dan vlak in de buurt zijn van de omgeving van Kis, omdat
Kisjona de Heer vroeg bij hem te eten.]
Sekem – Sechem – Sichem = schouder – Num. 26:31 en Joz. 17:2 –
zoon van Gilead; stamvader der Sekemieten uit Manasse;
Sem = betekent ‘faam’- Gen. 5:32 – 1 Kron. 1:4 – oudste zoon
van Noach – met zijn drie broers en hun vrouwen gered uit de zondvloed. Zijn
afstamming: Gen. 10:22 – 1 Kron.1:17; Sem was de oudste zoon van Noach; hij was
de voorvader van de Arabieren en Arameeërs;
Semer – Samer – Samaria – betekent ‘bewaker’ – eigenaar van de
berg – 1 Kon. 16:24 – die hij verkoopt aan koning Omri;
Septuanginta - 70 wijze lieden hebben op de hoge
school in Alexandria in 281-277 v. Chr. de H. Geschriften van alle joodse
profeten van Mozes af toentertijd in het Grieks vertaalt en onder de naam
Septuaginta van de wereld overgeleverd. Een vertaling in het Grieks van de
Tenach – in gebruik bij de griekssprekende joden en de vroegchristelijke
gemeenten; de schrijvers van het NT citeren vaak deze vertaling, bijv. dat ze
door 72 geleerden in 70 dagen gemaakt zou zijn;
Set – of Seth – betekent ‘plaatsvervanger’- Gen. 4:25 – 1
Kron. 1:1 – derde zoon van Adam en Eva; vader van Enos – zie ook Num. 24:17
Sichar – dit is niet de stad Sichem hoewel het dicht bij de
Jakobsbron moet liggen – Joh. 4:5;
Sichem = betekent ‘schouder’ [360 graden, cirkel] - Gen. 12:6 – stad in het dal tussen de Ebal
en de Gerizim. In deze omgeving, bij More, verschijnt God aan Abraham, die er
een altaar bouwt – Gen. 33:18 – later doet Jakob hetzelfde; vers 19 en Joz.
24:32 – Jakob koopt een stuk grond van de zonen van Hemor, de vader van Sichem
– Genesis 34:4 – vertelt de geschiedenis van Sichem, de zoon van de Chiwwiet
Hemor, en Dina – in de toespraak van Stefanus wordt Sichem genoemd – Hand. 7:16
– Opvallend betekent hier Stefanus ook çirkel = 360 graden – [waarvan wij nog
de ringdagen kennen op de 360e dag als kinderspel, waarbij getracht
wordt een stok of speer door een ring te werpen, terwijl je op een paard zit!]
– zie ook Gen. 23:19, Joz. 24:32; - de grote wegen kruisten elkaar daar – na de
ballingschap werd Sichem de hoofdstad der Samaritanen;
Sfeer - Ieder mens leeft in zijn eigen sfeer. bron: GJE2-61
Sifra – de vroedvrouw, voelde er niets voor om alle pasgeboren joodse jongetjes te
vermoorden, zoals de Egyptenaren dat hadden bevolen; Exod. 1:15;
Sidon en Tyrus - Jezus groep van
twintig leerlingen scheepten zich in en met goede wind voer het schip met grote
snelheid naar de andere oever van de zee richting Sidon en Tyrus (Matth.15:21)
- Wellicht is men toen ook een groot deel te voet gegaan? (Zie elders hier!)
Het was echter een dag reizen. Deze steden lagen natuurlijk wel behoorlijk ver
van de Galilese zee (meer) - en lagen aan de Middellandse zee. En toen zij het
schip aan de andere oever verlieten, moesten wij op Grieks gebied nog een
behoorlijke voetreis maken om in de buurt van de beide steden te komen. Op de
terugreis zei Jezus: laten wij hiervandaan in plaats van naar het westen, waar
Tyrus ligt, naar het zuidoosten gaan! Daar komen wij weer aan de Galilese zee.
Vlak aan de oever ligt een mooie berg, waarvan wij de boomloze top hiervandaan
gemakkelijk binnen twee uur bereiken, daar zullen wij overnachten. Deze stad is
van haar hoogte gedaald – verzonken als de stad Tyrus nog in haar glorie
bestond – de stad bestaat nu nog en heeft 10.000 inwoners – ze heeft haar muren
en haar kasteel nog – Ezech. 28:20-23. Deze stad werd eens met de roede
geslagen, maar niet vernietigd. bron:
GJE2-167,168 – Sidon heet tegenwoordig Saïda – Salomo vond, dat er niemand zo
goed bomen kon vellen als de Sidoniërs -
ook Jozef van Maria heeft daar – samen met de twintigjarige Jezus daar
een aantal weken een grote klus geklaard;
Silas – Griekse
vorm van Saul; Latijn = Silvanus! – Hand.15:22 en 18:5 – de gemeente van
Jeruzalem zendt hem naar de Syrische Antiochië – Hand. 15:40 – daarna gaat hij
met Paulus mee op diens tweede zendingsreis – in 1 Petr.5:12 wordt hij
aangeduid als [mede]schrijver;
Silla –
betekent ‘bescherming’- vrouw van Lamech; moeder van Tubal-Kain en Naäma;
Silo - Als men de ware ligging wil vinden. Het ligt noordelijk
van Bethel en oostelijk van de ‘’heerbaan’’, die van Bethel naar Sichem loopt
en zuidelijk van Lebona. Zie Richteren 21:19.
Simeon - Hij leefde in Jeruzalem en was buitengewoon vroom en godvruchtig
was, en hij verwachtte de ‘Troost van Israël en was van Gods geest vervuld. De
Geest des Heren had ooit tot deze man gezegd: 'Gij zult de dood niet zien
voordat u Jezus zult zien, de Gezalfde Gods, de Redder der Wereld!' Innerlijk
daartoe gedreven kwam hij de Tempel binnen, juist toen Jozef en Maria nog in de
Tempel doende waren om al dat te vervullen, wat de Wet voorschreef. Toen hij
het Kindje opmerkte ging hij direct naar de ouders toe en vroeg hen op smekende
toon of hij het Kindje een ogenblik op de arm mocht nemen. Het vrome paar stond
dat aan de oude man, die zij goed kenden, gaarne toe. En nu nam Simeon het
Kindje in zijn armen, streelde Het, loofde God uit het diepst van zijn hart en
zei tenslotte: 'Laat nu Heer Uw dienaar overeenkomstig Uw woord in vrede gaan.
Want mijn ogen hebben het Heil aanschouwd, dat Gij aan onze Vaders en Profeten
beloofd hebt. Hij is Het dien Gij bereid hebt voor alle volkeren tot: een Licht
dat de heidenen zal verlichten, een Licht ter verheerlijking van Uw volk Israël.’
- Jozef en Maria waren verwonderd over deze woorden van Simeon; zij begrepen
niet wat hij over het Kind je gezegd had. Simeon gaf nu het Kindje aan Maria
terug, zegende hen beiden en zei toen tot Maria: 'Deze
zal worden gesteld tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken
van tegenspraak! Een zwaard zal Uw hart doorboren en de gedachten van velen
zullen openbaar worden!' - Maria begreep deze woorden van Simeon
evenmin, maar desondanks hield zij ze diep in haar hart in herinnering. Dit
deed ook Jozef en hij loofde en prees God met alle vermogens, waarover hij
beschikte. (bron: jeugd van Jezus, hfdstk.24)
Simeon – tweede zoon van Jakob en Lea – toen Jozef onderkoning
in Egypte was en hij er zijn broers terugzag, stuurde hij hen naar huis om
Benjamin te halen en hield Simeon als gijzelaar – Gen. 47
Simson - Zijn naam hangt samen met de zon: hij is te vergelijken
met een kleine zon en dit als een aanwijzing naar de grote Zon, de Heer
(Richteren 13:5b) – hij zal beginnen om Israel te verlossen uit de handen van
de Filistijnen. Later kwam Jezus in het land van Palestina en voleindigde dit
als Verlosser. Samson – betekent ‘als-de-zon’, of ‘zonneman’. Zijn vader is
Manoach en zijn moeder is onvruchtbaar maar haar wordt een zoon beloofd die van
zijn geboorte af aan God is toegewijd – Nazireeër – daarvan is het niet-scheren
van het hoofdhaar één van de kenmerken; hij treedt met zijn bijzonder grote
kracht vooral tegen de Filistijnen op; sterk van spieren, zwak van moraal; hij
is een gemakkelijke prooi voor de Filistijnse Delila; zij verraadt hem als hij
zijn geheim bekendmaakt – als blindgemaakte gevangene is hij een vermaak voor
de menigte – hij sterft doordat hij van het tempelgebouw de zuilen [pijlers]
van de Dagontempel, waar hij tussen stond,
uit elkaar drukte – de doden die hij in zijn sterven gedood heeft, waren
talrijker dan hij in zijn leven gedood had – in de Hebreeërbrief wordt hij
samen met enige andere richters opgenomen in de galerij van geloofsgetuigen –
Hebr. 11:32 en Richt. 16:19; Simson leefde ca. 1100 v. Chr. in de buurt van
Zora, dicht onder Jeruzalem – hij versloeg in zijn eentje 30 mensen, daarna nog
1000 en scheurde met zijn blote handen een leeuw uiteen en droeg stadspoorten
een berg op – de kracht zat in zijn haren;
Simon – vader van Judas; ook deze heette Simon Iskarioth;
Sinaï – deze naam kan samenhangen met de woestijn Sin waarin
de Sinai ligt – Exod. 16:1 en met seneh – braamstruik – ook bij de berg van God
waar Hij zich manifesteert;
Sinim – de Sinieten – Ezech.
29:10 – misschien iets te maken met China.
Sippora – Zippora = vogeltje – Exod. 2:21 en 18:2 - dochter van Jetro Reüel; vrouw van Mozes,
moeder van Gersom en Eliëzer – het enige verhaal over haar is opvallend – zij
is degene die in Exod. 4:24 vv. haar zoon spreekt– er is sprake van één zoon,
dus Gersom – zij zal niet de Ethiopische zijn van Num. 12:1. Blijkbaar verzet
Mirjam zich tegen Mozes, omdar hij opnieuw een vrouw heeft genomen. De Middrasj
kent haar naam: Tarbis of Tharbis;
Sion, de berg [har Tsion] - Sion – in
de zuidwesthoek van het oude Jeruzalem – daar staat een gebouw als de zaal van
het laatste avondmaal (Cenakel) – daar zou ook het graf van David bevinden. Ook
7 synagogen bleven daar overeind. Deze berg lag ten zuidwesten van de ommuurde stad Jeruzalem.
De naam Zion werd het eerst gegeven aan de zuidelijke top van de oostelijke
heuvel, dus aan de Ofel [2 Samuel 5:7]. Eerst later werd Moria [de tempelberg]
Zion genoemd [2 Kronieken 3:1]. Een vlakke rots, een Tafelberg.
Sisak – dit is een van de
eerste Farao’s die in de Bijbel wordt genoemd; hij toonde zich welswaar een
vriend, want hij nam Jerobeam gastvrij in zijn land op – 1 Kon. 11:40 – maar
later veroverde hij Jeruzalem en roofde alle gouden schilden van Salomo en nog
veel meer;
Sisera – het lied van Debora; Sisera was de legeroverste van
koning Hasor, een Kanaäniet die Israel onderdrukt. Hij moet in een gevecht met
Naftali en Zebulon vluchten en zoekt toevlucht in een tent van Kenieten, waar
hij door Jaël, de vrouw van Cheber, wordt ontvangen. Terwijl hij ligt te
slapen, doodt zij hem met een tentpin – Richteren 4:2, 22 en 5:20-30, 1 Samuel
12:9 en Psalm 83:10;
Sjaals - De Perzen hebben de beste en fijnste sjaals en andere kledingstoffen
weten te maken en daaraan ook volgens hun geheime kunst de houdbaarste kleur
geven, waardoor hun producten ook veel waarde hebben. bron: GJE2-52
Sjibbolet of schibboleth = korenaar – Richt. 12:5,6; het woord wordt gebruikt als
wachtwoord; de Efraïmieten kunnen geen sjibbolet zeggen; zij zeggen sibboleth en
verraden daarmee hun herkomst;
Slaaf van onderste helbewoners - Als jij
je menselijke natuur blijft verloochenen en ontwijden tot het moment dat je
sterft, dan zul je ook eeuwig van je bekoorlijke gestalte beroofd zijn; vorm je
naar je eigen karakter en wees voortaan slaaf van de nederigste helbewoners en
wees een gedrocht van alle boze geesten. Alle ongehoordheden, die jij in je
innerlijkste hebt uitgebroed, zullen je eeuwig met onnoemelijke kwellingen en
martelingen belasten – en alvorens je terechtkomt inhet eeuwige verderf, zul je
nog een blik in de zaligheid doen, die jij je had kunnen toe-eigenen, als je
dat slechts had gewild en de Lankmoedigheid niet hebt gehoond. Dit oordeel
spreekt nu je eigen geweten uit. De eeuwige liefde echter voegt er nog aan toe:
dat het er op aan komt, je eigen jammerlijke toestand te milderen, door in je
toekomstige tijd, dat aeonen van tijden aanduurt – je trots in ware
deemoedigheid om te zetten, en je zelfzuchtigheid in ware Gods- en mensenliefde
te transformeren. Op deze wijze kun je in die verzoening- en opbloeiperiode nog
enige hoop weten te vinden.
Slang als voorbeeld - Petrus begrijpt
Jezus woorden niet over de slang, dat deze wijs is en dat zij ook zo wijs
moeten zijn. Petrus doelt op de arglistheid van de slang en kan dit niet rijmen
met hun gemoed. Dan zegt Jezus, dat zij zo’n wijze listigheid van de slang
eigen moeten maken, maar nooit met slechte bedoelingen. Niet de leeuw is de
koning der dieren, maar de slang. Deze werkt het meest met overleg en zoekt de
plaats van haar jacht met de grootst mogelijke voorzichtigheid en zuivere
berekening. De buit waarvoor zij op de loer is gaan liggen, ontgaat haar nooit.
Alleen de mens is haar meester, verder geen enkel schepsel op aarde. In
Indië en Afrika worden ze door de mensen afgericht om hun veiligste en
betrouwbaarste wachters te zijn. In zo’n woning komt dan beslist nooit een
roofdier, zelfs de olifant en neushoorn hebben groot ontzag voor deze
huisbewaarders. Zij berokkenen de huisdieren geen schade zolang ze maar voldoende
door de mensen gevoerd worden. Slangen zijn gemakkelijk af te richten, omdat ze
heel intelligent zijn. Jezus zegt vooral tegen Petrus en de andere leerlingen,
hoelang Hij hen nog moet verdragen om deze vraag. Petrus beloofde voortaan niet
meer zulke naïeve vragen te stellen. (GJE6-101)
Sodom – Sodoma – vaak met Gomorra genoemd – de
plaats van deze steden is niet precies bekend; misschien in het dal Siddim,
o.a. van de Dode Zee – Lot kiest voor deze streek, die hem paradijselijk
toeschijnt – Gen. 13:10 – in die tijd is Bera koning van Sodom – het verhaald
Abrahams voorbede voor Sodom: als er ook maar tien rechtvaardigen zijn, zal de
stad worden gespaard; maar zij worden niet gevonden. Lot en de zijnen vluchten
en de steden worden ‘omgekeerd’.
Spelletjes voor kinderen - Zo kunnen vaak de ouders hun kinderen niet vaak genoeg en met voldoende
resultaat waarschuwen voor bepaalde spelletjes, die vaak zeer gevaarlijk kunnen
worden. Dan komen wij met onze hemelse onaangenaamheid en maken dat zulke
kinderen zich bij hun verboden spelletjes heel gevoelig verwonden, vaak laten
wij het er zelfs op aan komen dat daarbij een kind de ongehoorzaamheid met de
dood bekoopt, als afschrikwekkend voorbeeld voor de anderen. De kinderen
worden daardoor afgeschrikt, krijgen eindelijk grote angst voor de gevaarlijke
verboden spelletjes en doen die niet meer. Dan is de spreuk op hen van
toepassing: 'Een gebrand kind vreest het vuur!' bron: GJE2-165
Stefanas = Stephanus – Grieks ‘kroon’. 1 Kor. 1:16; één van de weinigen die door Paulus zelf is
gedoopt. Hij brengt een brief over met vragen waarop in 1 Korinthe wordt
geantwoord in hoofdstuk 16:15,17 – Paulus is aanwezig bij zijn steniging en
vertelt dit later nog in zijn persoonlijke getuigenis in Hand. 22:20; Stefanus was
een ijverige diaken – hij werd door de joden gestenigd, omdat ze hem
beschuldigden lasterlijke woorden te hebben gesproken over Mozes, God, de
tempel en de wet. Zijn rede bracht hen zo uit hun evenwicht, dat ze hem
stenigden zonder de toestemming van de Romeinen af te wachten. [Hand. 7:54
e.v.]
Spijziging 5000 mensen - De spijziging vond plaats op de berg boven het meer van
Galilea, waar men 2000 jaar geleden de kerktoren van Sidon en Tyrus kon zien
[Matth. 14:20]. Verderop was er een kale berg waar de Heer bad tot de in Hem
wonende Vader. De oorspronkelijke naam is Magadan dat water van het geluk
betekent – want in Tabghe spijzigde de Heer 5000 mensen en in een latere
periode zei Hij tegen Petrus vlakbij een ‘mensa christa rots’ aan een oever (nu
met een kerk er om heen gebouwd): Petrus, weidt Mijn schapen. Aan het knooppunt
van de traditionele wegen naar Syrië, Phonicie, Klein – Azië en Cyprus gelegen,
beschikt Kapernaum nu over een moderne infrastructuur - Elders: Het aantal mensen dat gevoed werd was vierduizend
mannen en eens zoveel vrouwen en kinderen, die niet meegeteld werden, dus in
totaal achtduizend personen - Matth. 15:38 - Dit was op de berg boven het meer
van Galilea, waar men de kerktoren van Sidon en Tyrus kon zien. bron: GJE-2-173
- men zegt dat in Decapolis Jezus 4000 mensen met 7 broden voedde met een paar
visjes en men hield nog 7 manden vol over – ook in Bethanië gaf Hij 5000 mensen
te eten;
Spiritueel - Geesten is de vertaling van ‘spiritus’ - dat is het
meervoud en betekent ook nog het ‘blazen van de wind’, ‘luchtstroom’,
‘ademhaling’, ‘lucht die je inademt’. Respirer in het Frans voor ademen. Het
betekent ook ademtocht, levensadem, of het leven. Spiritus betekent verder
eveneens geest, ziel of gezindheid. Zo bestaat er een verband met adem, ziel,
leven en geest.
Stad bouwen en bewonen - Zo is het ook
helemaal niet tegen de goddelijke orde om een
stad te bouwen waarin de mensen in vrede en eendracht als één familie in
één huis tezamen leven, werken en handelen en elkaar zo bij alles gemakkelijker
kunnen ondersteunen dan wanneer zij urenver van elkaar verwijderd zouden wonen.
Komt er dan echter in een stad hoogmoed, luxe, de zucht naar pracht, nijd,
haat, vervolging en zelfs doodslag, en zwelgzucht, ontucht en traagheid, dan
moet zo'n stad meteen weer in een puin en stofhoop veranderd worden, anders
wordt zij een broedplaats van allerlei duivels kwaad dat na verloop van tijd de
gehele aarde door en door zou verpesten,
net als Hanoch van voor de zondvloed, en Babylon,
en de grote stad Ninevé van na de zondvloed! Hoe groot waren deze steden eens
en nu staan er in hun plaats slechts een paar armelijke hutten! Waar eens
Hanoch stond, is nu een zee, net als op de plaats van het oude Sodom en Gomorra
en de tien kleinere steden in de omtrek van de twee grote, die elk groter waren
dan het huidige Jeruzalem dat ook niet meer zo groot is als in de tijd van
David. Wat echter met die steden is gebeurd, zal ook met Jeruzalem
gebeuren en er zijn er hier die de gruwel van de verwoesting mee zullen aanzien
en mee zullen maken! Want, zoals gezegd, het is beter dat zulke steden er niet
zijn en daarvoor in de plaats des te meer geheel levende zielen, dan dat er een
stad is waarin de mensenzielen voor het tijdelijke en de eeuwigheid geheel te
gronde gericht worden! GJE3-14 [13,14]
Steen - Een steen
ligt in het diepste gericht.
Stefanus [betekent cirkel!] is identiek met Paulus - Hij houdt een
rede voor het Sanhedrin – Hand.7 – tot 4 x toe noemt hij een periode van 40
jaar – opmerkelijk is dat vanaf die toespraak tot de verwoesting van Jeruzalem
ook 40 jaar is. [Opmerking: Jeruzalem is in 70 n. Chr. verwoest, dan moet
Stefanus Jezus net niet gekend hebben in 30 n. Chr. – De vraag of Jezus in 30 n. Chr. is
gekruisigd stoelt niet op juiste data – Als Jezus 1 v. Chr. geboren was, dan
komt het jaar 33 n. Chr. in aanmerking. Zou dit 7. v. Chr. zijn geschied dan
kunnen we het jaar 27 voor het jaar der kruisiging rekenen – het een en ander
is moeilijk in te schatten, daar destijds liep de chronologie door elkaar];
Stem in het innerlijke – De Heer: ‘Denk eens aan de
tijdsruimte tussen Adam en jou, en weet, dat deze hele, al tamelijk lang
durende tijd, tot op dit uur nog steeds alleen maar in beslag is genomen door
onderricht! En nu, na die lange voorbereiding, ben Ik Zelf eindelijk gekomen en
toon de mensen duidelijk de wegen, die zij moeten gaan door hun eigen
innerlijke kracht, die tot op heden al die tijd de best mogelijke vorming voor
het pro en contra heeft gehad. Met Mijn aanwezigheid wordt de mens pas de
grootste vrijheid van handelen gegeven om zijn leven te voltooien en daarbij
krijgt hij een nieuwe wet der liefde, waarin met goddelijke volkomenheid alle
andere wetten en alle wijsheid uit God inbegrepen zijn. Als een mens van nu af
aan volgens deze nieuwe wet zal leven, zal hij zijn leven ook vast en zeker
geheel volgens de goddelijke orde vormen, en daarna ook in de volheid van het
ware en vrije eeuwige leven in kunnen gaan. Als hij deze nieuwe levenswet
echter niet zal aannemen en zijn handelen daarnaar niet als uit zichzelf zal inrichten,
zal hij ook zeker het doel van de ware levensvervulling niet bereiken. Maar niemand zal dan
kunnen zeggen: 'Ik heb niet geweten wat ik moest doen!' En zou een mens hier
nog zo ver vandaan zeggen: 'De roep van God is niet doorgedrongen tot mijn oren!',
dan zal tegen hem gezegd worden: 'Vanaf dit uur is er geen mens op de gehele
Aarde, die niet in zijn hart waargenomen heeft, waar hij zich aan moet houden.'
Ieder zal een waarschuwende stem in zijn hart krijgen, die hem aan zal geven
wat goed en alleen juist is. Wie deze stem zal horen en daarnaar zal handelen,
zal het grotere licht bereiken en dat zal alle wegen van de goddelijke orde
voor hem verlichten." GJE2-230 [7-11]
Stenen, de geest in de - Kijk, thans gaat het met de mensen
net eender! Geestelijk zijn ze dood en buiten het dierlijke natuurlijke leven
hebben ze geen leven in zich. Hun zielen zijn puur vleselijk, en hun geest is
zo goed als dood en lijkt op de geesten die in het gesteente rusten en door hun
gerichte traagheid de overigens losse materie samengebonden houden, zodat
daaruit stenen in allerlei soorten en vormen ontstaan; zachtere en hardere,
vele doorzichtig en vele ondoorzichtig, en met verschillende kleuren die
afhangen van de aard van de zich daarin bevindende geest. Als je de geesten in
de stenen los wilt maken uit hun materie, zal je dat dan met lauw water
gelukken? Zeker niet! Ik zeg je: De steen zal onder zo'n zachte en vreedzame
behandeling net zo hard blijven als hij was en is. Er is een machtig vuur voor
nodig om de geesten in de steen in een groot gevecht te verwikkelen; dan
verbreken ze pas zelf de boeien van hun materie en worden vrij. En kijk, zo
moet het hier ook gaan! Wat de geesten in de steen vrijmaakt, zoals het vuur,
de strijd, zware druk en zware harde slagen, dat wekt ook de geesten in de
mensenharten die veranderd zijn in harde stenen, en maakt ze vrij, vooral de
harten van de groten en rijken, die harten van diamant hebben welke door geen
aards vuur zacht gemaakt kunnen worden. GJE1-139 [3-5] - De mensen zijn bikkelhard,
wordt er wel eens gezegd. Zo hard als een steen, onveranderlijk, niet te
vermurwen. Als je de geestesgesteldheid in een steen wilt losmaken [van de
materie!], dus het ontdoen van deze materie, dan is daar een machtig vuur voor
nodig om het in een groot gevecht te verwikkelen; eerst dan verbreken zij zelf
de boeien van hun materie en worden ze vrij. De Heer zei via Lorber: ‘Wat de
geesten in de steen vrijmaakt, zoals het vuur, de zware druk en de zware harde
slagen, zo werkt dat ook bij de geesten in de harten van de mensen, die
verandert zijn in harde stenen. Vooral de harten van de groten en de rijken,
die harten van diamant hebben en die door geen aards vuur zacht gemaakt kunnen
worden.
Sterftedatum Jezus - Jezus in 7. v. Chr. geboren en begin in 23 n. Chr. in 26
n. Chr. gestorven en al in de vroege
zomer – want Jezus heeft 33 jaren en 4 maanden geleefd – dat is dus omstreeks 7
juli
Sterrenkunde - De sterren, waarover ook Mozes spreekt, zijn de talloze
nuttige inzichten, die men in alle afzonderlijke dingen verkrijgt,
welke kennis natuurlijk voortvloeit uit het ene belangrijkste inzicht en daar
aan hetzelfde uitspansel geplaatst zijn als de twee hoofdlichten. Reken daarom liever
niet, want de
loop van de sterren is anders dan je denkt! Jouw berekening is op
zichzelf al onjuist en daardoor is het vrijwel onmogelijk, dat je aan de stand
en de loop van de sterren het midden van de nacht zou kunnen bepalen. Mensen die dat kunnen, zullen ooit nog
geboren worden; maar nu is het nog lang niet zo ver. bron: GJE1-153,61 - …. Want al de
sterren die jij (CYRENIUS) tijdens een mooie nacht ziet en nog vele andere, die
jouw oog vanwege hun te grote afstand van hier uit niet kan zien, zijn louter
zonnewerelden met een voor jouw verstand onmeetbare grootte. De ene Zon,
die jij ziet, is een van de kleinste planetaire zonnen; maar toch is ze al meer
dan duizendmaal
duizend keer groter dan deze Aarde. Stel je je dan eens een vierde
klasse middenzon voor, waaromheen minstens tienmaal honderdduizend van zulke
planetaire zonnen in grote kringen samen met hun planeten of lichtloze kleine
aarden, zoals de door jullie bewoonde er een is, hun banen trekken! De omtrek
van zo'n middenzon alleen, is al zo groot als duizendmaal de som van alle
omtrekken van de planetaire zonnen en hun bijbehorende aarden en manen. GJE2-57
[4]
Storm, slapen tijdens de - Petrus vraagt zich af waarom juist
de Heer tijdens het onstuimige geweld van de storm in slaap gevallen was en
niet wakker was. Het is toch gewoonlijk raadzamer om tijdens een storm wakker
te blijven. De Heer vraagt dit om hun zwakke geloof aan de kaak te stellen en
het juist daardoor te versterken. Waarom zou de Heer moeten gewaakt hebben?
Alles is van Hem en met Hem één en alles gehoorzaamt Hem. Hier wil de Heer
tonen, dat Hijzelf geen enkele raad nodig heeft, maar dat elk gebeuren bedoeld
is voor de mensen. In het geval hier voor de kleinmoedigheid van de discipelen
op de boot van Petrus. De Heer zal daarom nu voortaan ook met hen samen wakker
blijven. Petrus en ook de anderen begrepen deze boodschap maar al te goed.
(GJE10-75)
Sukkot =
‘hutten’- plaats waar Jakob zich een huis bouwt – Gen. 33:17, Richt. 8:5-16 en
Psalm 60:8 en 108:8 – is ook de plaats van de eerste legerplaats op de
Uittocht. Het lag tussen Raämses en Etham; het was de eerste halteplaats van de
Israelieten bij hun uittocht uit Egypte naar het beloofde land.
Susan - De plaats
Susan in Iran bevindt zich 666 zeemijlen van het toenmalige Joodse tempelplein.
[Daniel 8]. Susan betekent ‘werking van de paardenkracht’ en het Hebreeuwse
woord Soes heeft de visuele waarde 666 uit 60-6-60.
Synagoge in het voormalige Nazareth - Maar nog voordat
de tijd voor het avondmaal komt, gaan we nog even naar de nieuwe, door Jaïrus
gebouwde synagoge, en Jaïrus, zijn vrouw, zijn dochter, haar man Borus,
Cyrenius, Cornelius, Faustus, Kisjonah; jouw vrouwen en jouw kinderen zullen
ons begeleiden. Daar moet je iets getoond worden, wat je zeer zal sterken in je
geloof!" - De genezen man, die BAB
heette, zei: "Meester, het geschiede zoals u het wilt! Ik ben bereid u tot
aan het einde der wereld te volgen." Na dit woord van Bab begaven wij ons
meteen naar de synagoge, die - e als je een beetje doorliep in een kwartier,
maar op je gemak in een half uur kon bereiken. GJE2-68 [17-19] - Synagoge betekent zowel plaats waar men bijeen
komt alsook bijeenkomst, evenals kerk, ook in eerste instantie huis, waar ook
in bredere zin gemeente of geestgemeenschap. bron: GJE1-105
Syrië – Aram, Syria
– tijdens het leven van Jezus een groter gebied dan nu – ligt noordelijk van
Israel. Uit Matth. 4:24 blijkt dat de roep van Jezus’ boodschap over alle
grenzen, ook die van landen, gaat – Gal. 1:21 toont dat het gebied waarin de
discipelen zich bewegen, niet beperkt was tot Jeruzalem;
[bron: Het Bijbels Namenboek
Jurriaan Wijchers en Simon Kat, Bijbels woordenboek Lize Stilma & De Nieuwe
Openbaringen – Jakob Lorber – 1840]
UpToDate 2024-2025